Klik op een foto voor een uitvergroting
Vroege loopbaan
Op 15 maart werd het Franse bataljon afgelost in het roerige grensgebied van Zuid Libanon. Hier waren al VN-
‘Onze taak bestond eruit de vrede en veiligheid in het gebied te handhaven en infiltraties door Palestijnen te voorkomen. De eerste tijd moesten we flink improviseren vooral omdat de voorraden niet waren gearriveerd en de legering niet in orde was. Werkweken van 80 uur waren heel gewoon en omdat er in het begin een tekort aan infanteristen was moesten ook de chauffeurs en schrijvers patrouille lopen in het bergachtige gebied. Er werd keihard gewerkt om de boel op orde te krijgen, wat uiteindelijk is gelukt.
Al op 4 mei 1979 viel een eerste slachtoffer. Een geweer dat niet was vergrendeld, ging af en een soldaat werd dodelijk getroffen, het was ernst. Behalve commandant en militair moest Lensink vooral diplomaat zijn. Het was altijd belangrijk tussen de verschillende belangen door te zeilen. Van de Palestijnen die probeerden te infiltreren door het gebied van Dutchbat werden de wapens in beslag genomen. Zelf werden ze teruggebracht naar Tyrus, hun hoofdkwartier. Het kon heel goed zijn dat we ze de volgende dag weer moesten aanhouden met dezelfde wapens.
Toch was er een hoog ‘frustratiegehalte’ vanwege de beperkingen die ons waren opgelegd. Je moest veel en mocht weinig en je was aan allerlei voorwaarden gebonden. Er zijn aan Nederlandse kant gewonden gevallen en die moeten daar mee verder leven. Tenslotte was het voor het Nederlandse leger, dat sinds 1962 alleen maar had geoefend, een belangrijke toets. We hebben ons er, onder moeilijke omstandigheden, goed doorheen geslagen. Unifil in Zuid-
In 1981 kreeg hij de Prins Mauritsmedaille overhandigd door de Koninklijke Nederlandse Vereniging " Ons Leger". Op 30 januari 1986 kreeg hij in het Vredespaleis in Den Haag de Wateler Vredesprijs van de Carnegie Stichting uitgereikt door de voorzitter van het bestuur, D.W. Baron van Lynden.