Veteranen verhalen
uit de NW-Veluwe
Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea

Klik op een foto voor een uitvergroting

▲▲▲▲

Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea
KROATIË, VOORMALIGE DEELREPUBLIEK VAN DE SOCIALISTISCHE FEDERALE REPUBLIEK JOEGOSLAVIË
De vijandigheden die aan het begin van de jaren ’90 losbarstten tussen Serven en Kroaten maakten deel uit van de grootschalige Joegoslavische Burgeroorlog. Terwijl de Servische nationale partijleider Slobodan Milošević ernaar streefde een Groot Servië te verwezenlijken, smeedde de Kroatische president Franjo Tuđman plannen voor een onafhankelijk Kroatië. Een grote belemmering hiervoor vormde de aanwezigheid van zo’n 650.000 Kroatische Serviërs in de Kroatische deelstaat. Begin 1991 riepen die nota bene hun eigen Republiek van Servisch Krajina uit, dat ongeveer een derde van het totale Kroatische grondgebied besloeg. Toen Tuđman besefte dat Milošević daadwerkelijk van plan was de gehele Socialistische Federale Republiek Joegoslavië onder Servisch bestuur te brengen, verklaarde hij Kroatië op 25 juni 1991 onafhankelijk.

De belangen van Milošević waren vanwege de grote populariteit aan Serviërs in die regio erg groot. Hij besloot daarom met zijn ‘Joegoslavische’ volksleger (JNA), dat zo’n 70.000 manschappen telde, Kroatië op twee plekken aan te vallen: vanuit de Adriatische zee in het westen en vanuit het oosten in Slavonië. Naast de monumentale kuststad Dubrovnik had vooral Vukovar in Oost-Slavonië te lijden onder de zware belegeringen. Gedurende de zeven oorlogsmaanden die volgden werd de stad in puin gelegd, kwamen 2300 mensen om het leven en sloegen zo’n 40.000 inwoners op de vlucht. Uiteindelijk kwam het op 2 januari 1992 onder druk van de VN tot een staakt-het-vuren. Krajina kwam drie jaar later, tijdens de militaire ‘Operatie Storm’ van generaal Ante Gotovina, weer onder Kroatisch bestuur. Hoewel er toen een Servische exodus volgde, bleef een grote Servische minderheid woonachtig op Kroatisch grondgebied.

UNPROFOR moest in Kroatië toezien op de handhaving van het staakt-het-vuren van januari 1992 en de demilitarisering van de door de Kroatische Serviërs veroverde gebieden. De VN riepen die gebieden uit tot United Nations Protected Areas (UNPA’s). Deze vier UNPA's werden door UNPROFOR aangeduid als sector Oost (Oost-Slavonië), sector West (West-Slavonië), sector Noord en Sector Zuid (rond Knin). Daarnaast moest zij de veilige terugkeer van vluchtelingen en ontheemden mogelijk maken. In januari 1993 werd de oorlog in Kroatië hervat. Pas op 29 maart 1994 sloten de partijen een nieuwe wapenstilstand, die stand hield tot januari 1995. UNPROFOR ontplooide in de Kroatische conflictgebieden 12 infanteriebataljons en een geniebataljon. De verbindingen van de infanteriebataljons, een geniebataljon en de hoofdkwartieren werden verzorgd door een Nederlands verbindingsbataljon. Dat plaatste bij elk van de genoemde eenheden een communicatiecentrum van ongeveer 11 militairen. Het mandaat van UNPROFOR was inmiddels op 31 maart 1995 afgelopen. Kroatië weigerde in te stemmen met een mandaat verlenging.

De Veiligheidsraad splitste UNPROFOR op in drie afzonderlijke missies, ieder met een eigen mandaat: in Kroatië UNCRO, in Bosnië-Herzegovina UNPROFOR en in Macedonië UNPREDEP. De strijdende partijen sloten onder druk van de VS op 14 oktober 1995 een staakt-het-vuren en namen deel aan vredesonderhandelingen in het Amerikaanse Dayton, die op 14 december het vredesakkoord van Parijs opleverden. De partijen kwamen overeen dat UNPROFOR op 20 december 1995 zou worden vervangen door een robuuste NAVO-implementatiemacht: IFOR.

VERHALEN VAN ONZE VETERANEN DIE EEN MISSIE HEBBEN VOLBRACHT IN KROATIË

HARDERWIJK


Rondel, Frans (1947-2022)