Veteranen verhalen
uit de NW-Veluwe
Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea

Klik op een foto voor een uitvergroting

▲▲▲▲

Welkom Veteranen op alfabetische volgorde Veteranen op woonplaats Afghanistan Albanië Bosnië Indonesië Korea Kroatië Libanon Macedonië Nieuw-Guinea
FRANS DEURING (1956) AFGHANISTAN, BAGHLAN

Frans Deuring stond niet vooraan om zich te melden voor een buitenlandse missie ‘maar als ik aan de beurt ben ga ik’, was zijn standpunt. En de moderne Nederlandse militair komt vanzelf aan de beurt. Zo ook eerste luitenant Deuring. Hij werd in 2005 werd opgeroepen voor de ISAF-missie in Afghanistan, waar hij vanaf augustus 2005 tot februari 2006 verbleef. Zijn taak was, om samen met vier collega’s van de Koninklijke Marechaussee ondersteuning te geven aan PRT4, het 4de Provinciale Reconstructie team.

De taak van de PRT ’s was om het centrale gezag vanuit de hoofdstad Kabul te ondersteunen in de provincies. Dit kreeg vorm door het opruimen van mijnen en het uitvoeren van projecten op het gebied van infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg. Nederland stuurde PRT teams van 2004 tot 2006. De relatief kleine eenheid (180 militairen) werd geplaatst in provincie Baghlan in het noorden van Afghanistan. Het gebied is wat betreft de oppervlakte ongeveer de helft van Nederland en er wonen ongeveer 780.000 mensen.

De vier marechaussees onder leiding van Frans Deuring werden ingezet bij de training en opleiding van Afghaanse politieagenten. ‘Je moet je voorstellen dat je aankomt in de middeleeuwen, zo’n stap doe je terug in de tijd,’ zegt Frans, ‘en de bevolking is vooral bezig met hun het vervullen van de eerste levensbehoeften. Het vinden van goed drinkwater en het voorzien in de maaltijd is voor heel veel mensen die daar leven de dagelijkse realiteit en voor het eerst in lange periode was er een periode van betrekkelijke rust en veiligheid. Na jarenlange strijd tegen Engelsen, Russen, Moedjahedin en de Taliban was het eindelijk een beetje vrede in de provincie Baghlan.

             

De hoofdmacht van het PRT bestond voor het eerst uit eenheden van de Marine en de Mariniers en de taak van de Marechaussees bestond uit het opleiden en trainen van lokale politieagenten. Dat was een noviteit ten opzichte van eerdere missies, want daarbij werd nog geen training aan lokale politieagenten aangeboden. ´Je moet je daar geen hoog niveau opleiding bij voorstellen´, zegt Frans, ´want de politie functioneert niet op het niveau dat we hier gewend zijn. De meeste mannen zijn analfabeet en weten weinig van politietaken. Onze training was gericht op het aanleren van een aantal basisvaardigheden, zoals het regelen van verkeer, eerste hulp, zelfverdediging en het aanhouden van verdachten. De lessen bestonden uit een kort theoretisch gedeelte en het oefenen van de nieuw aangeleerde vaardigheden. De meeste agenten waren wel leergierig en dat kwam vooral omdat ze door het behalen van elk nieuw certificaat iets meer gingen verdienen. Dat was geen luxe omdat het basissalaris van agenten niet genoeg was om in het levensonderhoud te voorzien. Door het lage basisloon bleven politiefunctionarissen gevoelig voor corruptie en criminele activiteiten, zoals wapenhandel en handel in verdovende middelen. De trainingen duurde twee weken en werden afgesloten met een examen.’

             

Frans Deuring beoordeelde de situatie in het noordelijke Afghanistan als relatief rustig en veilig en de missie was gericht op de opbouw van het land. ‘Ik heb me er nooit onveilig gevoeld’, zegt Frans ‘en het enige gevaar waar we rekening mee moesten houden waren de bermbommen die er konden liggen. We konden veilig boodschappen doen in Pol-e-Khomri, de grootste stad in het district. Het Nederlandse kampement, kamp Chatham was compleet Nederlands en was goed beveiligd, maar als je daarbuiten kwam stapte je midden in een andere cultuur. Vrouwen in boerka’s, kinderarbeid en bedelaars kwam je overal tegen en de westerse luxe is in die wereld nog onbekend. Uitzondering vormt de mobiele telefoon wat daar een veel gebruikt communicatiemiddel is. ‘De onderlinge communicatie met de Afghanen werd gevoerd met behulp van tolken die aan de missie waren toegevoegd. Een klein aantal Afghanen spreekt nog wat Engels. Kaderleden van de politie en overheid waren bijna zonder uitzondering voormalige generaals die zich in de strijd hadden onderscheiden en die hun positie hadden gekocht. Ze genoten daardoor een zeker overwicht en kregen daardoor respect van de bevolking. ’‘De mensen daar zijn leergierig en actief in het zoeken naar een toekomst, weet Frans, ‘ ‘en recycling heeft in Afghanistan een grote hoogte bereikt, veel materialen zijn zo schaars dat ze steeds opnieuw worden gebruikt.’

             

Frans Deuring leidde met zijn mensen ongeveer 250 tot 300 politieagenten op die afkomstig waren van de Afghaanse Nationale Politie en de Highway Politie, een soort verkeerspolitie. Hij genoot van een mooie, relatief rustige tijd in Afghanistan. Tijdens zijn verblijf ging de communicatie met het thuisfront vooral via email en via een weblog op de computer. Zo onderhield hij een dagelijks contact met vrouw en kinderen die dus ook actueel van zijn bezigheden op de hoogte bleven. Frans vierde hij zijn 50-jarige verjaardag in Afghanistan, waar men ter onderbreking van de dagelijkse gang van zaken, graag een feestje viert.

Tijdens de aanwezigheid van PRT4 speelde zich de onrust af rond de publicaties van de Deense cartoons en ook bij het Nederlandse kamp vond een demonstratie plaats. Het hoofd van de lokale politie nam de demonstranten de wind uit de zeilen door te verklaren dat de Nederlanders er niets mee te maken hadden en de onrust werd in de kiem gesmoord. ‘Vaak kregen we wel een ‘unheimisch’ gevoel bij het optreden van deze functionarissen omdat we ze er van verdachten een dubbele agenda te hebben. Naast de eerzame bedoelingen van de Centrale Regering uit Kabul speelde macht en machtsmisbruik vaak een rol. Het was moeilijk om daar precies de vinger op te leggen, maar je voelde die dubbelheid aan.

             

Het is goed dat we daar zijn geweest en dat we ook nu nog in Afghanistan zijn. Onze inzet was om de lokale bevolking te helpen om op een hoger plan te komen en dat is ook wel gelukt. Het is moeilijk om in te schatten wat daarvan blijft hangen en wat dat betreft zou het mooi om nog eens naar Baghlan terug te keren. Wel is het zo dat we niet moeten verwachten dat veranderingen snel zullen beklijven, daar moeten we decennia voor uittrekken. De Westerse normen en waarden zal men er niet overnemen, ook dat moeten we niet verwachten. ‘Als ik terugkijk is het toch een rijke ervaring geweest, vooral op menselijk- en sociaal gebied. Maar een half jaar van huis weg zijn vond ik niet prettig. Ook voor het thuisfront is het belastend. Je partner is alleen en zit soms in angst en onzekerheid.

Terug in Nederland heb ik verschillende presentaties gehouden over onze missie in Afghanistan aan de hand van de vele foto’s die ik gemaakt heb. Het geeft buitenstaanders een goed beeld van onze inzet en de mensen die worden uitgezonden. Maar ‘veteraan’ voel ik me nu nog niet. Dat komt misschien pas na mijn actieve dienstperiode.