Klik op een foto voor een uitvergroting
Frits Kool is op 12 augustus 1927 in Utrecht geboren. Na de opleiding tot infanterist in de Willemskazerne aan de Leusderweg, wordt hij klaargestoomd voor de 2e Politionele Actie op Sumatra. Met de Zuiderkruis is Kool naar Nederlands-
De inzet
De deelname aan de 2e Politionele Actie was een zeer zware periode in mijn leven. Wat hebben ze ons als ‘groentjes’ toch nare dingen laten doen. In twee dagen zo’n zestig kilometer moeten zwoegen door dicht begroeide bossen en over wegen en paden waar omgevallen boomstammen over lagen. Heet, vochtig en klam liepen we daar. We bereikten de gestelde doelen maar werden prompt door de tegenstander ingesloten. Deze actie duurde dertien weken voordat men ons kon bereiken. Dit betekende dat we bijna niets te eten hadden. We kregen driemaal per dag een mestin (etensblik) zwart cacaowater zonder suiker. Later werd ons voedsel, zoals meel, gedropt door een vliegtuig. Met behulp van meel konden we, na het bouwen van een primitief oventje, ons eigen brood bakken. Daarbij kwam het goed uit dat ik ooit bakker was. Een keer werd er zelfs een levend krijsend varken aan een dubbele parachute neergelaten. Ik lag toen met een mitrailleur op post toen ik door dat gegil werd verrast.
Al die weken waren we nagenoeg niet uit de kleren geweest, want schone kleren ontbraken. We stonken een uur in de wind. Daarbij werden we ook nog vaak onder vuur genomen wat ons danig op de zenuwen joeg. Ik herinner me Kerstnacht 1948 nog. We lagen in onze schietputten en om een sigaretje op te steken doken we met onze kop in een emmer om het lucifertje aan te strijken. Je mocht je positie natuurlijk niet verraden. In het donker zagen we ‘iets’ bewegen en waarschuwden onze kameraden. We waren uiterst gespannen en het was dan ook niet verwonderlijk dat er plotseling werd geschoten. De volgende ochtend zagen we een gebroken tak die langs de stam van een palmboom zwaaide. Dat was dus dat ‘iets.’ Tijdens deze actie verloren we negentien kameraden. Een van hen was mijn maat Joop. Deze zeer gelovige man riep altijd dat hij niet zou sterven omdat God hem zou sparen. Thuis was zijn zusje overleden en God zou zijn ouders sparen omdat hij hun enig overgebleven kind was.”
Het was genoeg geweest