Klik op een foto voor een uitvergroting
Door gebiedsuitbreiding had de Taliban, die eerder uit het gebied verdreven was, zich weten te hergroeperen en daaraan moesten wij tegenwicht bieden. Ik ging dagelijks mee de poort uit, het werkgebied in, maar liep geen patrouilles. Als chauffeur moest ik bij het voertuig blijven om gewonden te kunnen ophalen, een soort wachtfunctie. We gingen regelmatig naar de buitenpost Volendam om die post te bevoorraden en om mensen en/of materieel te brengen. Omdat het gevaarlijk was moesten we urenlang omrijden voor een afstand van een kilometer of tien. Er waren nauwelijks begaanbare wegen en veel obstakels in de vorm van rotsen, rivieren, sneeuw en ijs.’ ‘Zelf ben ik regelmatig een aantal dagen op Volendam geweest. De opdrachten die we uitvoerden waren verschillend, maar dagelijks gingen we het gebied in. Soms voor een uur, maar soms ook voor langere acties of om objecten te beveiligen. We reden ook de konvooien vanuit Tarin Kowt tegemoet om materieel op te halen. Je rijdt op slechte wegen en hebt veel hinder van sneeuw en ijs, dus moet je altijd scherp en geconcentreerd zijn. Als gewondenverzorger probeer ik de jongens die terugkwamen van patrouille op te vangen en gaf ze een beetje ondersteuning.
Ook de plaatselijke bevolking deed een beroep op ons, maar die probeerden we te verwijzen naar de bazaar omdat we zuinig moesten zijn met onze materialen. Toen we een poosje in Uruzgan waren werd het wat rustiger in ons gebied en konden we ons er wat gemakkelijker verplaatsen. De oorspronkelijke bevolking keerde terug en wij konden daadwerkelijk met de opbouw beginnen. Halverwege mijn periode in Uruzgan moest ik naar een ander peloton waar ze een chauffeur nodig hadden. Het gevolg was dat ik langer moest blijven dan oorspronkelijk het geval zou zijn. Ik vond het zelf wel genoeg geweest en wilde graag weer naar huis. Wij werden afgelost door het 45ste pantserinfanteriebataljon uit Ermelo en daar kwam ik verschillenden bekende gezichten tegen. Op mijn beurt moest ik de nieuwe chauffeurs inwerken die mijn taken zouden overnemen.’ ‘Een van de grote acties waarbij we betrokken waren was het ‘eigen vuur’ incident waarbij Wesley Schol en Aldert Poortema omkwamen. Dat was een grote actie waarbij verschillende eenheden betrokken waren.
De Taliban had zich tussen verschillende patrouilles weten op te stellen. De eerste melding betrof een militair die door zijn benen was geschoten. We kregen het bericht dat twee jongens gesneuveld waren en ik heb geholpen ze naar het kamp terug te brengen. In die nacht zijn ook twee Afghaanse militairen omgekomen. Zolang je aan het werk bent, blijf je professioneel en geconcentreerd, maar zoiets heeft veel impact. Door de geestelijke verzorgers is een dienst georganiseerd en even daarna zijn de slachtoffers weggebracht. Uiteraard gaat zoiets als een lopend vuurtje door het kamp en iedereen was onder de indruk.